-
1 het is de verwachting dat
мест.общ. ожидается, что -
2 verwachting
1 [het verwachten] anticipation♦voorbeelden:in verwachting zijn • be expecting/an expectant motherin de verwachting dat • on the assumption thatde verwachtingen waren hoog gespannen • expectations ran highhooggespannen verwachtingen • high/sanguine hopeshet overtrof haar stoutste verwachtingen • it surpassed her wildest expectationsniet aan de verwachtingen beantwoorden • fall short of expectationsverwachtingen wekken • arouse (one's) hopesbeneden de verwachtingen blijven • fall short of expectations, disappointaan de verwachting beantwoorden • come up to one's expectations -
3 verwachting
♦voorbeelden:in verwachting zijn • être enceinte2 hoge verwachtingen van iemand hebben • avoir de grands espoirs au sujet de qn.geen enkele verwachting hebben van iets, iemand • ne rien attendre de qc., qn.de verwachtingen overtreffen • dépasser les attentesaan de (gestelde) verwachting beantwoorden • répondre à l'attente (de qn.)buiten verwachting • contre toute attentenaar verwachting • comme prévu -
4 ожидается, что
vgener. het is de verwachting dat -
5 ожидается, что
vgener. het is de verwachting dat -
6 Herz
〈o.; Herzens, Herzen〉♦voorbeelden:jemandes Herz höher schlagen lassen • iemands hart feller doen kloppen (van verwachting)schweren Herzens • met een bezwaard gemoeder hat ein weiches Herz • hij is weekhartigein Herz für jemanden haben • hart voor iemand hebbendas Herz in die Hand nehmen • al zijn moed bijeengarenjemandem rutscht das Herz in die Hose • iemand zakt de moed in de schoenendas Herz war ihm schwer • hij was verdrietig, vol zorgendas liegt mir sehr am Herzen • dat gaat me erg ter hartejemandem etwas ans Herz legen • iemand iets op het hart bindendas ist mir ans Herz gewachsen • dat is mij zeer dierbaaraus seinem Herzen keine Mördergrube machen • van zijn hart geen moordkuil makenaus tiefstem Herzen • uit het diepst van het hartdas ist mir aus dem Herzen gesprochen • dat is mij uit het hart gegrepenjemanden ins, in sein Herz schließen • veel van iemand gaan houdendiese Worte schnitten ihm ins Herz • deze woorden griefden hem zeermit halbem Herzen • halfhartigetwas nicht übers Herz bringen • iets niet over z'n hart verkrijgenmir wurde bang ums Herz • het werd me bang te moedeseinen Kummer vom Herzen reden • zijn verdriet helemaal uitpratenein Herz und eine Seele sein • onafscheidelijk zijn, één van hart en ziel zijn -
7 hoop
I 〈 de (mannelijk)〉2 [(met betrekking tot zaken) grote hoeveelheid] great/good deal ⇒ lot3 [geordende stapel] pile♦voorbeelden:1 een hoop stenen/zand • a heap/pile of stones/sandop een hoop(je) vegen • sweep (together) into a heap/pileop een hoop leggen • pile/stack upje kunt niet alles/iedereen op één hoop gooien • 〈 figuurlijk〉 you can't lump everything/everyone together2 een hoop/hopen brieven • a pile/piles of letterseen hoop gelul • a load of bull(shit)een hoop leugens • a pack of lieser is van de week een hoop water gevallen • it has rained a lot this weekhet gaat hier niet van de grote hoop • money doesn't grow on trees, you know!ik heb nog een hoop te doen • I've still got a lot/lots/tons to dodat kost een hoop (geld) • that'll cost a packet¶ op een hoop staan • be crowded/huddled togetherte hoop lopen • gather/flock togetherII 〈de〉1 [verwachting] hope♦voorbeelden:goede hoop hebben • have high hopes, be hopefulnog/geen/goede hoop hebben (op iets) • still have hopes/have no hope/have every hope (of something)hij had een/de stille hoop dat … • he silently/secretly hoped that …valse hoop wekken • raise false hopeshoop geven • give/offer hopeweer hoop geven • restore one's hopeszolang er leven is, is er hoop • while there's life there's hopeal onze hoop is op u gevestigd • we place all our hope in youhoop koesteren • entertain/cherish a hopeweer/nieuwe hoop krijgen • regain hopede/alle hoop laten varen • abandon (all) hopede hoop opgeven/verliezen dat … • give up/lose hope that …hoop opvatten • take couragede hoop uitspreken, dat … • express the hope that …zijn hoop op iemand/iets vestigen • pin one's hopes on/place one's hope in someone/somethingin de hoop dat … • in the hope/in hopes that …in de hoop dat ik u spoedig weerzie • in the hope of seeing/hoping to see you soonop hoop van zegen • in (good) hope, … and hope/hoping for the bestniet veel hoop hebben op een geslaagde afloop • have little hope/not be very hopeful of successweinig hoop op verandering geven • bring little promise/hold out little hope of changetussen hoop en vrees leven • be poised between hope and fearer is geen hoop meer • there is no longer any hope, it's hopelessgeen/weinig/alle hoop geven dat • hold out no/little/every hope thatde hoop de bodem inslaan/in rook doen vervliegen • dash/shatter one's hopes -
8 Leib
〈m.; Leibes, Leiber〉1 lijf, lichaam♦voorbeelden:bei lebendigem Leibe, lebendigen Leibes • levendetwas am eigenen Leib(e) erfahren, spüren • iets aan den lijve voelen, ondervindenam ganzen Leib(e) zittern • over heel zijn lichaam bevenkaum ein Hemd auf dem Leib(e) haben • nauwelijks een hemd aan het lijf hebbenjemandem auf den Leib rücken • iemand op het lijf vallen, aan zijn hoofd zeurendiese Stelle ist ihm (wie) auf den Leib (zu)geschnitten, geschneidert • deze baan is hem op het lijf geschrevendas reißt mir das Herz aus dem Leib • dat gaat mij aan het hartGefahr für Leib und Leben • gevaar voor leven en goedmit Leib und Seele • met hart en zielbleibe mir damit vom Leibe! • blijf me daarmee van het lijf!jemandem zu Leibe rücken, gehen • iemand te lijf gaaneiner Sache zu Leibe gehen, rücken • een zaak aanpakkener ist gut bei Leibe • hij is dik, corpulent〈 spreekwoord〉 Essen und Trinken hält Leib und Seele zusammen • ±iop een volle buik staat een vrolijk hoofd/i -
9 meevallen
1 [minder erg zijn] être, se révéler mieux, moins difficile, moins cher 〈enz.〉 qu'on ne s'y attendait2 [de verwachting overtreffen] dépasser l'attente, les espérances♦voorbeelden:dat zal wel meevallen! • ce ne sera pas si terrible (difficile, cher, fatigant etc.) que ça!hij valt bij nader inzien mee • il gagne à être connu2 dat valt mee! • quelle aubaine!het valt me mee • je suis agréablement surprisdat valt me van hem mee • je ne m'attendais pas à si bien de lui -
10 kloppen
3 [overeenkomen, passen] agree♦voorbeelden:1 kloppen tegen een muur • knock/tap on wallbinnen zonder kloppen • enter without knockinger wordt geklopt • there's a knock at the door2 met kloppend hart • with one's heart racing/poundingvol verwachting klopt ons hart • our hearts pound with anticipationkloppende pijn • throbbing painhet hart sneller doen kloppen • make one's heart beat fasterdat klopt • that's rightdat klopt met de feiten • that agrees/tallies with the factsII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [door slaan in een andere toestand brengen] beat3 [verslaan, overwinnen] beat♦voorbeelden:de dokter klopte de patiënt op de borst • the doctor palpitated the patient's chest2 eieren kloppen • beat/whisk eggshet kleed kloppen • beat the carpetde as van de sigaar kloppen • knock the ash from the cigar -
11 hoop
♦voorbeelden:er is van de week een hoop water gevallen • il est tombé beaucoup d'eau cette semaineik heb nog een hoop te doen • j'ai encore un tas de choses à faireik heb een hoop gegeten • j'ai beaucoup mangézijn spullen op een hoop gooien • poser ses affaires en vracop een hoop staan • être entassé(s)zich vleien met ijdele hoop • se bercer d'illusionszijn laatste hoop stellen in iemand, iets • fonder ses dernières espérances sur qn., qc.valse hoop wekken • éveiller de faux espoirsiemands hoop de grond in boren • ruiner les espoirs de qn.ik heb hoop dat het lukken zal • j'espère que cela réussiragoede hoop hebben • avoir bon espoirzijn hoop is in rook vervlogen • son espoir s'est envoléal onze hoop is op hem gevestigd • il est notre unique espoirhoop koesteren • nourrir des espéranceshoop krijgen • prendre espoiralle hoop laten varen • abandonner tout espoirde hoop uitspreken, dat … • émettre l'espoir que … 〈+ aantonende wijs〉; émettre l'espoir de … 〈+ onbepaalde wijs〉zijn hoop op iemand, iets vestigen • mettre son espoir en qn., dans qc.; espérer en qn., en qc.de hoop op iets • l'espoir de qc.op hoop van zegen • à la grâce de Dieu→ link=leven leven¹ -
12 trust
n. zekerheid, vertrouwen; deposito; trouw; monopool--------v. vertrouwen op; hopentrust1[ trust]2 aan iemands hoede toevertrouwd vermogen/persoon ⇒ 〈 in het bijzonder juridisch〉 vermogen onder beheer van trustee♦voorbeelden:¶ fulfill one's trust • zijn opdracht/plicht vervullen♦voorbeelden:5 hold property in/under trust • eigendom in bewaring/onder trust hebben————————trust2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vertrouwen op ⇒ aannemen, hopen♦voorbeelden:1 do not trust him to do it! • reken er maar niet op dat hij dat doet!I trust everything is all right with him • ik hoop maar dat alles met hem in orde is -
13 Aussicht
Aussicht〈v.〉♦voorbeelden:Aussicht aufs Meer haben • uitzien op de zee2 das sind ja schöne Aussichten! • dat belooft wat!Aussicht auf Erfolg haben • kans op succes hebbenjemanden für einen Posten in Aussicht nehmen • iemand voor een post voorzienjemandem etwas in Aussicht stellen • iemand iets in het vooruitzicht stellen -
14 blij
♦voorbeelden:iemand met iets blij maken • faire plaisir à qn. avec qc.wees blij dat je er zo gemakkelijk van af komt • estime-toi heureux d'en être quitte à si peu de fraisik ben blij u te zien • je suis heureux de vous voirblij toe! • tant mieux!blij zijn met iets • se réjouir de qc.ik was blij dat het afgelopen was • j'étais bien content que ce soit finieen blij(d)e lach • un sourire gai -
15 meevallen
1 [minder erg zijn] turn out/prove/be better than (was) expected2 [de verwachting overtreffen] exceed one's expectations♦voorbeelden:de onderzoeksresultaten vielen niet mee • the research results proved (to be) disappointinghet valt niet mee om zo hard te werken • hard work isn't as easy as one would thinkdat zal wel meevallen • it won't be so bad -
16 expect
v. verwachten; denken[ ikspekt]1 verwachten ⇒ wachten op, voorzien2 verwachten ⇒ rekenen op, verlangen♦voorbeelden:I did not expect this • ik was hierop niet voorbereidexpect too much of someone • te veel van iemand verlangen3 I expect you're coming too • jij komt zeker ook? -
17 angstig
♦voorbeelden:dat maakte mij angstig • that frightened me/made me afraidhet waren angstige tijden • those were anxious timesII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Kathleen Aerts — bei einem Auftritt mit der Ketnetband … Deutsch Wikipedia